Hoe collectieven kunnen bijdragen aan een vitale binnenstad
Door een overschot aan winkels, verouderde businessmodellen en online winkelen staan de binnensteden onder druk. Uit onderzoek van GfK blijkt dat 33% van de consumenten verwacht dat zij over vijf jaar minder vaak het stadscentrum gaan bezoeken om te winkelen. Collectieve initiatieven zijn noodzakelijk om binnensteden toekomstbestendig te maken. Maar welke interventies hebben (op lange termijn) de meeste toegevoegde waarde voor (de stakeholders) van de binnenstad?
In vrijwel elke binnenstad werken stakeholders samen aan een toekomstbestendig winkelgebied. Het ontstaan van deze collectieven gaat via de volgende fasen:
- Urgentie creëren
- Samenwerking opzetten
- Strategie en interventies ontwikkelen
- Interventies uitvoeren
- Evaluatie en koersbepalen
Hoelang collectieven in een bepaalde fase zitten varieert per collectief en is mede afhankelijk van het aantal en typen betrokken stakeholders, de ambities en scope van het initiatief, het beschikbare budget en de gekozen organisatiestructuur. Veel collectieven zijn op zoek naar de meest effectieve mix van middelen om de binnenstad bruisender te maken.
201 factoren
Uit onderzoek blijkt dat er maar liefst 201 factoren van invloed zijn op de aantrekkelijkheid en vitaliteit van een binnenstad. Deze factoren zijn onderverdeeld in vier categorieën.
- Ruimtelijke factoren zijn gerelateerd aan de fysieke locatie van het winkelgebied. Een collectief heeft geen invloed op deze factoren.
- Factoren op macroniveau betreffen politieke, economische, sociale, technologische en juridische factoren die niet te beïnvloeden zijn door een individueel collectief.
- Factoren op mesoniveau hebben betrekking op concurrentie (bijvoorbeeld van online winkelen), verzorgingsgebied en aanbieders (de retail- en vastgoedsector). Een individueel collectief heeft (zeer) beperkte invloed op deze factoren.
- Factoren op microniveau zijn aanwezig in het winkelgebied zelf. Het collectief heeft veel invloed op deze factoren.
De gevonden factoren zijn door de expertgroep verdeeld in vier categorieën: leer ermee leven, negeer ze, vergeet ze en ga ermee aan de slag. Aan de hand daarvan geeft de expertgroep een top 25 met prioriteiten waar collectieven nu mee aan de slag kunnen om de binnensteden aantrekkelijker te maken. Opvallend is dat de meeste prioriteiten betrekking hebben op de structuur, het winkelaanbod en de fysieke inrichting van het winkelgebied. Fysieke aanpassingen in het winkelgebied, zoals verbetering van het winkelaanbod, de sfeer en gezelligheid en parkeermogelijkheden, hebben het grootste positieve effect op de bezoekfrequentie en verblijfsduur van consumenten in binnenstedelijke winkelgebieden. En ook marketingactiviteiten, zoals de organisatie van evenementen en digitale kortingsbonnen, kunnen het binnenstadbezoek positief beïnvloeden, hoewel het verwachte effect minder groot is dan bij fysieke aanpassingen in het winkelgebied.
Tweede bluepaper
Er vindt tot op heden weinig uitwisseling van ervaringen met interventies plaats tussen collectieven, waardoor in verschillende winkelgebieden telkens weer het wiel opnieuw wordt uitgevonden. In een tweede bluepaper wil de expertgroep Future Retail City Center een gedetailleerde beschrijving geven van best en worst practices van interventies in binnenstedelijke winkelgebieden. Daarbij is het doel niet om een zo compleet mogelijk overzicht van succesvolle interventies te geven, maar om collectieven via de beschrijving van inspirerende praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland te helpen om weloverwogen keuzes te maken in het brede scala van mogelijke ingrepen in het binnenstedelijk winkelgebied.
Download de bluepapers
Wil je meer lezen over de bevindingen van de expertgroep Future Retail City Center, download dan hier hun bluepaper ‘Een vitale en aantrekkelijke binnenstad’. De tweede bluepaper van de expertgroep kan in maart ook hier worden gevonden.